Graftin with Glendys Hoepelman
interview Step-sister
The HeLa Cell
Translation
conclusion and artwork
Paul Verhaeghe identiteit


Glendys Hoepelman DT2

Mijn vertaling proces

Door deze tekst te vertalen heb ik het gevoel gehad dat ik veel beter de auteur kon begrijpen. Op de ene of andere manier voelde ik alsof ik in zijn gedachten kon kijken. Ik ging me ook telkens afvragen hoe hij zich heeft gevoel bij het schrijven van deze tekst? En wat deed hij met deze gevoelens? Had hij mensen met wie hij in gesprek hierover kon gaan? Ik merkte ook op dat de tekst langer bij mij bleef hangen, meer dan wanneer ik een boek lees. Dit is zeker een goed manier om de informatie meer je eigen te maken, beter en dieper te begrijpen. Je krijgt een soort intieme relatie met de tekst. Je leest niet alleen passief de tekst mee maar gaat op tot actie. Je bent met elke zin in een soort dialoog om zo tot de kern van zijn betekenis te komen. Ik vond het een zeer uitdagend en interessante proces.

Tekst

Identiteit

De discussie over identiteit is de laatste jaren in zowat heel Europa opgelaaid. De Nederlandse kroonprinses Maxima kreeg het zwaar te verduren toen zij in 2007 durfde beweren dat 'de' Nederlandser niet bestaat. In Finland winnen de Ware Finnen de verkiezingen. België barst onder de druk van het Vlaamse nationalisme, en ook elders in Europa winnen nationalistische politieke formaties terrein. De verklaring ligt voor de hand: de confrontatie met andere identiteiten, in de praktijk immigranten en asielzoekers, en dus de confrontatie met andere normen en waarden, leidt tot onzekerheid. 'De' identiteit blijkt onze eigen identiteit te zijn, naast en in toenemende mate tegen andere mogelijke identiteiten. Terwijl vroeger 'identiteit' zichzelf afwoog aan de hand van lokaal getinte stereotypes (Belgen - Hollanders, Engelsen - Schotten...) zijn de hedendaagse stereotyperingen geglobaliseerd en sociaaleconomisch: autochtonen tegenover allochtonen, 'onze' christelijk gefundeerde cultuur versus de 'achterlijke' islam, de 'hardwerkende' middenklasse tegenover het 'profitariaat'.

Die verschillende stereotyperingen tonen een gemeenschappelijk kenmerk: de ander dient als schopsteen om onszelf als beter voor te stellen. Wij zijn beschaafder, intelligenter, werken harder, enzovoort. Medio vorige eeuw keken de Duitsers neer op de 'Untermenschen', de Japanners op de chinezen, de Fransen op de Maghrebijnen -de rij is eindeloos. Een dergelijke opdeling koppelt men nagenoeg altijd aan uiterlijke kenmerken 9huidskleur, lichaamsbouw, kledij), wat vervolgens inzet kan worden van een naïef integratiedebat (weg met die hoofddoeken, 'kopvoddentaks' dixit Geert Wilders). Zijn de verschillen niet voldoende zichtbaar, dan passen we daar eigenhandig een mouw aan (davidster, kaalscheren, paspoorten met vermelding van het ras). Het belang dat we aan deze uiterlijkheden hechten, is meteen een maatstaf voor onze eigen onzekerheid: veeg die uiterlijkheden weg, en de verschillen worden ineens nagenoeg onzichtbaar. Identiteit zit aan de binnenkant.


Dat maakt de bestudering ervan een flink stuk moeilijker, we willen de verschillen zo graag zien. In het huidige tijdsklimaat, dat voor al het menselijke een verklaring vindt in de combinatie tussen genetica en hersenen, valt het te verwachten dat ook het innerlijke van de identiteit daar gezocht wordt. Zoals gewoonlijk vergeten we dat we dit een eeuw terug ook al probeerden, via het meten van schedelomtrek en hersenpaninhoud - de craniometrie - om die rassen en hun identiteit toch maar duidelijk te kunnen onderscheiden.


Paul Verhaeghe identiteit

Vertaling

Identity

The debate about identity has flared up in almost all of Europe in recent years. The Dutch Crown Princess Maxima had a hard time when she dared to claim in 2007 that 'the' Dutchman does not exist. In Finland the True Finns win the elections. Belgium is bursting under the pressure of Flemish nationalism, and nationalist political formations are also gaining ground elsewhere in Europe. The explanation is obvious: the confrontation with other identities, in practice immigrants and asylum seekers, and thus the confrontation with other norms and values, leads to uncertainty. 'The' identity turns out to be our own identity, alongside and increasingly against other possible identities. While in the past 'identity' weighed itself on the basis of locally tinted stereotypes (Belgians - Dutch, English - Scots ...), contemporary stereotypes are globalized and socio-economic: natives versus immigrants, 'our' Christian-based culture versus 'backward' Islam. , the 'hardworking' middle class versus the 'profitariat'.

These different stereotypes show a common characteristic: the other serves as a kick-off to present ourselves as better. We are more civilized, more intelligent, work harder, and so on. In the middle of the last century, the Germans looked down on the 'Untermenschen', the Japanese on the Chinese, the French on the Maghrebines - the line is endless. Such a division is almost always linked to external characteristics (skin color, body type, clothing), which can then become the subject of a naive integration debate (get rid of those headscarves, 'head rag tax', as Geert Wilders says). If the differences are not sufficiently visible, then we adjust a sleeve ourselves (Star of David, shaving bald, passports stating the breed). The importance we attach to these appearances is an immediate measure of our own insecurity: erase those appearances, and the differences suddenly become almost invisible. Identity is on the inside.


That makes studying it a lot more difficult, we want to see the differences so badly. In the current time climate, which for everything human finds an explanation in the combination between genetics and brains, it is to be expected that the interior of identity will also be sought there. As usual, we forget that we also tried this a century ago, by measuring skull circumference and craniometry - in order to be able to clearly distinguish those races and their identities.